Jeroens Spinsels


De liefde gaat door de maag

De liefde gaat door de maag

Geschreven door: | Gepost op:

‘Godvergeten’ veroorzaakte terecht een schokgolf in Vlaanderen. Over dat walgelijke misbruik en het falen van justitie is al ruim inkt gevloeid. Ik kan er weinig aan toevoegen. Tenzij.

In het zog van de documentairereeks kozen heel wat mensen voor een ontdoping, die in de feiten natuurlijk geen ontdoping is. Die klets kraantjeswater - want meer is het heus niet, water is niet plots heilig omdat één of andere gezant van een verzonnen god, gehuld in een wijd kleed en met amechtige handgebaren er anders over beslist - is nu eenmaal over je hoofd uitgestort. Je kan dat water niet teruggeven. Er is geen fast rewind knop die dat ritueel ongedaan maakt.

Ikzelf ben gedoopt. Daarmee is ook meteen alles gezegd. Ik ben gedoopt in het jaar 1974, vooral - indien niet enkel - om mijn grootouders niet voor de borst te stuiten. Zo ging dat toen. Sindsdien heb ik dus blijkbaar een verbond met een god die ik nooit heb gezien, aan wie ik niets te danken heb en vooral: in wie ik niet geloof. Ik ben een kind van het Gemeenschapsonderwijs en van 12 jaar niet-confessionele zedenleer. Ik deed eerste noch plechtige communie. Ik ken weesgegroetje noch kruisteken. Als kind al, bleef ik tijdens de begrafenis van mijn grootmoeder op mijn stoel zitten terwijl zowat de volledige congregatie een hostie gingen halen. ‘Dat is lekker hoor, zo’n hostie’, werd mij meermaals verzekerd. Het kon mij aan mijn nog jonge en welgevormde reet - mijn moeder noemde mij lang ‘prot’ omwille van mijn sappige billen - roesten. Gênanter nog: ik heb menigmaal de slappe lach moeten onderdrukken onder het vertoon van al die poeha. Niet uit stoutigheid, voor alle duidelijkheid. Als vrijzinnige gunde en gun ik eenieder zijn overtuiging, zolang er maar geen pogingen worden ondernomen mij te bekeren. Ik oordeel niet. Ik ken wél gelovigen die meer dan eens meewarig deden over mij. Over ‘rare Jeroen’. Zoiets is natuurlijk niets minder dan een compliment. Het zou pas raar zijn als ik in die diepchristellijke ogen géén vreemde snuiter ben. Hallelujah to that.

Ik neem - het overkomt mij wel vaker - een veel te lange aanloop, om ik weet nog niet wat precies te zeggen. Of toch wel: de kogel is door de kerk. (Af en toe hebben ze wel een bruikbaar spreekwoord, die godslustigen.) Ik heb afgelopen week mijn verzoek tot ontdoping ingediend bij het aartsbisdom waarin destijds de feiten plaatsvonden. Ik wéét dat ik daarmee straks niet écht ontdoopt ben - zie hoger - maar slechts manueel wordt doorgehaald in het doopregister van de parochie waar ik kraantjeswater op mijn toen nog dun behaarde knikker kreeg. Het is iets waar ik al jaren werk wilde van maken. De walging over het wijd verspreide misbruik gaf mij de laatste brute duw. In de nasleep van ‘Godvergeten’ kwamen ook in mijn naaste omgeving de tongen los, over onzalige bezoeken aan de kamer van broeder Zus en pater Zo. Het is te bah voor woorden.

Er zijn mensen die dat onnozel vinden, je (nu) laten ontdopen. Omdat het geen impact heet te hebben. Het verandert niets. Dat mag op dit moment nog zo zijn op formele schaal - zie de gelden die de kerk krijgt op basis van bedenkelijke berekeningen, waar ontdoping niets aan verandert - maar eigenlijk is dat voor mij niet het punt. Tuurlijk wil ik minder belastinggeld naar religieuze instituten zien gaan. Maar bovenal wil ik geen deel uitmaken van een geloofsgemeenschap waar ik niet zelf voor gekozen heb. Een gemeenschap die vaak wist wat zich afspeelde achter gesloten kamer- en kerkdeuren, maar de kop in het zand stak. Of erger nog: potjes bewust toedekte, onderzoek tegenwerkte of saboteerde. En het allerergst: slachtoffers onderdompelde in een bad van schuldgevoel.

Sorry. Dat is niet mijn gemeenschap. Mag het? Gooi ik dan het kind met het badwater weg? Want dat hoor je dan: het instituut staat los van de geloofsbelijders. Klopt. Van mij mag iedereen dan ook vurig geloven wat ie wil en daar troost uit putten, en een plek hebben waar hij of zij dat geloof kan belijden. In ruil vraag ik alleen maar dat ik de keuze heb om niet tot die geloofsgemeenschap te behoren. Nu ben ik blijkbaar door een sacrament - wat ook weer een verzinsel is van op macht beluste mannen uit lang vervlogen tijden - voor het leven veroordeeld 'in de geest' deel uit te maken van een geloofsgemeenschap waar ik werkelijk niets mee heb en niets bij voel. Ik dacht het niet. Er wordt mij onder het mom van religie - álle religie - wat teveel geheerst en verdeeld, gemolesteerd en verkracht, gefolterd en vermoord én vervolgens vergoelijkt en gezalfd. En dus laat ik mij inderdaad schrappen uit de annalen van de kerkelijke kaste. Puur voor mezelf. Omdat ik me daar lekker bij voel. Dat noemen ze het recht op zelfbeschikking. Op eigen keuzes maken. Op soevereiniteit. Niet toevallig allemaal dingen die humanisten met stip voorstaan. Niet toevallig allemaal uitspansels van de Verlichting.

Bon. Ik ga wat licht aansteken. Met de komst van de herfst korten de dagen en de schemer daalt hier alras neer. Bovendien lonkt de keuken, alwaar ik mij zal ontfermen over een verzoeknummer van mijn zoonmans: trofie met gegrilde dunne lende, besprenkeld met chimichurri en vergezeld van rucola en wat parmezaanschilfers. En denk nu niet dat ik de hongerigen spijs. Het is veel eenvoudiger dan dat: de liefde gaat nu eenmaal door de maag.

Tuesday October 24th, 2023
Vorige
Monday October 9th, 2023
Volgende
Schrijf je in op de column en krijg een bericht als er een nieuwe is
Column

DE ZINNENSPINNERIJ - JEROEN VERMEIREN
E-MAIL: jeroen@zinnenspinnerij.be
T: +32 478 95 95 08

Foto's: unsplash.com - Webdesign: Hans Lengeler
© De Zinnenspinnerij 2020 - update 2023
Sint-Denijslaan 31A - 9000 GENT